Sommige ouders kiezen bewust wel of juist niet voor een speen.
In de meeste gevallen lijkt de behoefte van de baby te bepalen of het speentje gebruikt gaat worden. Zoals met alles heeft ook het gebruik van de speen voordelen én nadelen. Ik ben op zoek gegaan naar informatie om de balans eens op te maken.
Een fopspeen is niet meer dan een losse speen zonder fles. Te gebruiken om een baby te kalmeren of in slaap te sussen. Een baby heeft van nature een zuigbehoefte: dit dient om zichzelf te kalmeren, te troosten. Tevens heeft het een stress-verlagend effect.
In het ziekenhuis geeft men een te vroeg geborene ook een speen: om het zuigreflex te stimuleren. Icm sondevoeding kan een baby de link leren leggen met zuigen (drinken) en het verzadigde gevoel als de maag gevuld is. Een te vroeg geborene heeft al te maken met stress en onrust dus in dit geval dient het 2 behoeften.
Grofweg is de speen in 2 categorieën te verdelen:
- Kersvorm —> de siliconen of rubberen speen heeft een ronde kop dat de gelijkenis heeft van een tepel. Zeer herkenbaar voor een baby.
- Dentalspeen —> de speen heeft een plat en schuin aflopende kop waardoor het minder snel uit de mond valt. De naam Dental heeft-ie gekregen omdat het beter zou zijn voor het gebit dan een andere vorm.
Hoe zijn we aan de fopspeen gekomen, eigenlijk? Daar heb ik leuke informatie over gevonden. Hiervoor kunnen we zelfs 3000 jaar terug in de tijd! Opgravingen in Griekenland en Italië leverden bewijs. De gevonden spenen hadden zelfs een koordje. In de Medische Literatuur duikt de speen op in 1473, in Duitsland. Aangenomen wordt dat de eerste speentjes niet meer waren dan knotjes stof. Literatuur leert ons dat de knotjes werden gedoopt in met honing gezoete melk of pure honing. Niet alleen omdat het zoet is maar men ook dacht dat het een genezende werking had. In 1949 ontwikkelden 2 Duitse artsen een hygiënische en gezondere variant van het knotje stof. Om in te spelen op de zuigbehoefte van pasgeborenen. De fopspeen was geboren.