De kopvoeter bestaat enkel uit een hoofd waar de benen en armen direct op aansluiten. Elk kind maakt dit type tekening in de beginfase van hun ontwikkeling.
Elk kind begint op eenzelfde wijze te tekenen: ongecontroleerd krassen. Op het papier én de tafel. Bij een kind tussen 2 en 3 jaar worden de bewegingen langzaamaan gecontroleerder. Er ontstaan cirkels. Een bewuste tekening wordt nog niet gemaakt maar een kind kan duiden wat zijn krabbels moeten voorstellen. Tussen 3 en 4 jaar ontstaan de beroemde kopvoeters (ook wel koppoters genoemd). Ze beginnen vaak zichzelf of iemand specifiek uit hun omgeving af te beelden. Tussen 4 en 6 jaar krijgen de kopvoeters steeds meer details en zijn poppetjes in wording. Ook de omgeving wordt getekend. Het is een prachtige uiting van hun blik op de wereld!
De kopvoeters vertegenwoordigen in de pedagogische wereld de mate van ontwikkeling van vaardigheden en (ruimtelijk) inzicht. De figuratie loopt synchroon met de bewustwording van het eigen lichaam. Een kind tussen de 4 en 6 jaar zal al een soort planning maken om een tekening vorm te geven terwijl een jonger kind het hoofd van de kopvoeter nog alle ruimte geeft. Het ruimtelijk inzicht wordt vergroot door de bewustwording waar de ledematen horen alsmede het besef van de verhoudingen. Zodra de kopvoeters meer en meer details gaan krijgen loopt deze fase ten einde.
In 1926 werd door Florence Goodenough (Amerikaanse Psychologe) het tekenen van een ‘poppetje’ gelanceerd als intelligentiemeting. Zo ook in Europa. Het diende niet alleen als inschatting van het ontwikkelingsniveau als ook om de eigen lichaamsbeleving te begrijpen.
Ruwweg werd aangenomen dat een kopvoeter met benen en een gezicht representatief was voor de verstandelijke vermogens van een 4 jarige.
Hedendaags wordt ‘het poppetje van Goodenough’ niet als leidend gebruikt. Het is een interessant hulpmiddel te leren lezen hoe een kind in het leven staat!
Groetjes,
Christel Baudoin
Bronnen: Wikipedia/mamaenzo.nl/famme.nl/verkenjegeest.com