• Regio Veldhoven e.o.
  • Vanaf 6.30 uur open
  • Een goed gevoel
  • Gericht op ontwikkeling
  • Je kind kan altijd mee-eten

Speen en/of duim: slecht voor het kindergebit of niet?

2 augustus 2021
image

Welke speen je kiest maakt eigenlijk niet zoveel uit, zolang je maar wel de juiste maat gebruikt voor de leeftijdsfase van je baby. Je hebt spenen in twee verschillende vormen; de kersvorm, met een ronde top en de dentalspeen, met een platte, schuin aflopende vorm. De dentalvorm is beter voor de tandjes, maar sommige kindjes gaan hiervan kokhalzen omdat deze speen het gehemelte of huig raakt.

Vaak adviseert de kraamverzorgster pas met een speen te beginnen als het drinken goed gaat, dus als de borstvoeding goed op gang is, of je kindje goed uit de fles drinkt. Borstgevoede kindjes hebben over het algemeen minder behoefte aan een speen, omdat zij hun zuigbehoefte genoeg bevredigen met het drinken aan de borst. Dit kost namelijk iets meer moeite dan het drinken uit een fles. Maar tussen de voedingen door kun je je baby prima tevreden houden met een speentje. Na zes maanden neemt de aangeboren zuigbehoefte af en kun je het zuigen op een speen of duim een gewoonte noemen. Vaak biedt dit sabbelen troost, ontspanning en geborgenheid. Iets wat later moeilijk af te leren is. Maar is dat nu echt zo slecht?

Zodra de eerste tandjes doorkomen is duimen schadelijker voor het melkgebit dan een speen. Door het duimen worden de boventanden naar voren geduwd en kunnen ze scheef gaan staan. Ook een ‘overbite’ en scheve kaken kunnen het gevolg zijn. Bovendien kunnen duim- en speenkindjes gaan slissen omdat hun tongpuntje slapper is. Een speen is vaak een minder groot probleem als het voor het doorbreken van de blijvende snijtandjes wordt afgeleerd. Een speen zit in het midden van de mond waardoor de kans op een misvormd gebitje kleiner is. Bovendien is een speen van zachter materiaal dan de duim, waardoor er minder druk op de tanden, kaken en verhemelte staat. En duimen is moeilijker af te leren.

Dat afleren kun je het beste voor de eerste verjaardag doen.
Vanaf de zesde maand neemt de zuigbehoefte van een baby af en gaat het over in gewenning. Bouw het rustig af door het speentje alleen nog maar te geven bij het slapen gaan. En haal de speen of duim uit de mond als je kind slaapt.

De tong
Naast het feit dat het zuigen geen behoefte meer is maar een gewoonte is daar de tong. De tong hoort, in normale positie, boven tegen het gehemelte aan te liggen met de punt op de ribbels net achter de boventanden (de alveolaire rand). Door het spenen of duimzuigen wordt de tong omlaag gedrukt. Dit wordt ook een gewoonte en dan ontstaat er een lage tongligging. Hierdoor kan de bovenkaak dan weer minder goed ontwikkelen, waardoor er te weinig plaats is voor het volwassen gebit. Dit kan weer voor scheefstand zorgen, waarvoor dan meestal orthodontische hulp nodig is.

Slikken
Naast bovengenoemde problemen is het slikken ook een probleem. We noemen dat een infantiel (kinderlijk) slikpatroon. Baby’s en jonge kinderen slikken al zuigend met hun tong. Bij langdurig duimen of speenzuigen kan een verkeerd slikpatroon ontstaan. Lang nadat het zuigend slikken weggetrokken moet zijn, wordt er nog voorwaarts geslikt. Hierbij gaat de tong flink tegen de voortanden aan. Zowel bovenfront als onderfront kunnen hierdoor flink gaan verschuiven. Een onderbeet kan ontstaan wanneer de tong steeds tegen de ondertanden aanduwt met slikken. Een overbeet kan juist ontstaan doordat de tong tegen de boventanden aanduwt tijdens het slikken.
Je slikt gemiddeld zo’n 2000 keer per dag. Hierbij oefent de tong een druk uit (in verhouding) van 1 tot 2 kg per slik. Er gaat dus zo’n 2000 tot 4000 kilo per dag tegen je tanden aan als je verkeerd slikt.

image

Articuleren
Ook het spreken, de articulatie, kan druk tegen de tanden veroorzaken. De klanken d, l, n, s, t en z zijn klanken die op het ribbeltje achter de tanden worden uitgesproken, dus op de alveolaire rand. Spreek je deze klanken uit met je tong tegen je tanden (addentaal) of zelfs tussen je tanden door (interdentaal), dan gaat er naast het verkeerd slikken ook nog veel druk van je tong tegen je tanden tijdens het spreken. Het zogenoemde lispelen of slissen van een kind kan dus ook heel schattig zijn, maar is juist ook heel slecht voor de stand van tanden en kaken.

Ben jij overigens ook zo’n moeder die de speen in haar mond stopt als het ding op de grond is gevallen? Niet doen! Het lijkt ‘schoon’, maar in je eigen mond zitten bacteriën die gaatjes in het gebit van je kind kunnen veroorzaken. Beter spoel je hem dus even af onder de kraan. Elke dag een speen uitkoken is trouwens niet nodig, maar misschien wel na een dag bij de kinderopvang.

Het advies van de tandarts is om vanaf twee jaar het gebruik van een speentje te beperken. Dus bijvoorbeeld alleen nog in bed. Vanaf vier jaar moet de speen eigenlijk echt weg om gebitsproblemen te voorkomen. Hetzelfde geldt voor drinken uit een fles. Af en toe kan echt geen kwaad, maar door te drinken uit een gewone beker train je de mondmotoriek en spraak- en taalontwikkeling.

 

Bronnen:

– Lotte Endendijk (werkte tot 2019 als allround logopedist en is inmiddels freelance tekstschrijver).

– Logopedie 

– Me to we

 

Meer over ons

image

Bekijk de digitale rondleiding

Bekijk pagina
image

Meer blogs

Bekijk pagina