Je (her)kent het vast wel: een paar ondeugende oogjes die je aankijken om te peilen hoe je reageren zal op het tóch doen hetgeen je zojuist verboden hebt. Daarna het intense verdriet of boosheid naar aanleiding van jouw correctie.
Grofweg tussen de 18 maanden en 4 jaar ontwikkelen kinderen hun eigen ik en gaan de grenzen opzoeken. Alles zelf doen en alles uitproberen. En wat mag je dan toch weinig, volgens een dreumes. Om frustratie te uiten gooit hij/zij alles op tafel dit kenbaar te maken: gillen, schreeuwen, bijten, adem inhouden, grommen, stampvoeten. De welbekende driftbui.
Voor jonge kinderen is dit nog de enige manier. Ze hebben te kampen met stemmingswisselingen en zijn ongecontroleerd in hun emoties. Dit fenomeen noemen we de peuterpubertijd.
Wat te doen als je middenin de supermarkt staat met een stampvoetende dreumes op de grond? Helemaal over de rooie omdat de beoogde snoepjes niet in het karretje zijn gedaan.
- Hoe vervelend ook, met al die toeschouwers in de supermarkt, is het negeren van dit gedrag het meest effectief. Zodra de boze bui gaat liggen kun je je dreumes een keuze geven. Óf we gaan rechtsomkeert naar huis óf jij kiest het fruit. De voorgelegde keuze geeft het gevoel van controle en inspraak. Het kind wordt gezien. Jij als ouder geeft de grens aan.
- Op voorhand kan er al een keuze zijn voorgelegd. Om een driftbui te voorkomen. Als de missie is geslaagd, is het complimenteren van jouw kind belangrijk. Positief gedrag wordt zodoende beloond. Benoem duidelijk wat goed, knap of fijn is. Dit is bevorderlijk voor het zelfvertrouwen en zelfbeeld.
- Wees altijd consequent en duidelijk. Zorg dat jouw lichaamstaal in overeenstemming is met de boodschap die je overbrengen wilt. Corrigeren met een lach op je gezicht is natuurlijk niet handig.
Heel soms is een ‘time-out’ fijn. Dan haal je het kind uit de situatie. Neem het kind bij de hand en vertel rustig dat je bv. hulp nodig hebt met het vouwen van de was. Deze afleiding laat een donderbui vaak al zakken. Mocht je ervoor kiezen jouw kind in de hoek te laten staan dan hoeft dat maar amper 60 tellen te zijn. Maak het altijd goed na de time-out. Benoem wat er niet in de haak was en sluit af met een knuffel. Jouw correctie en/of boze reactie kan het kind het gevoel van totale afwijzing geven terwijl je enkel het getoonde gedrag niet oké vond.
Hoe heftig de peuterpubertijd ook… het gaat vanzelf weer voorbij!
Christel